Het is voor een leerkracht (zeker in groep 3) heel belangrijk om getallenkaarten te hebben. De kaartjes kan je namelijk op elk moment van de dag inzetten en ze zijn erg makkelijk in gebruik. Juf Marije heeft de set getallenkaarten tot en met 100 getest in de klas en laat graag drie manieren zien waarop zij deze gebruikt in de klas!
In de klas zijn we op het moment druk bezig met het leren van de getallen tot en met 20. Alle kinderen kregen een kaartje met daarop een getal tussen de 0 en 27. De kinderen moesten de getallenlijn compleet maken door op de goede volgorde te gaan staan. Om deze opdracht nog een stukje lastiger te maken, mochten ze niet praten tijdens de opdracht. Na een paar minuten stonden de kinderen keurig op de juiste volgorde.
Voor sommige kinderen is het tellen tot 20 al lastig genoeg, maar sommigen kunnen al veel verder tellen! Als kinderen eenmaal doorkrijgen hoe de getallen worden opgebouwd, kun je de kinderen prima uitdagen met wat hogere getallen.
Ik heb alle kinderen een kaartje gegeven tussen de 0 en de 100. Daarna moesten ze weer op de juiste volgorde gaan staan. De kinderen mochten hierbij wél overleggen en ze konden elkaar goed helpen. Het lastige van deze opdracht is dat de getallen soms direct volgen, zoals 19, 20, 21, en soms juist niet, zoals 32, 37, 41.
Met dit spel zijn allerlei variaties mogelijk. Om de opdracht makkelijker te maken, kan je de kinderen alleen opeenvolgende nummers geven. Bijvoorbeeld tussen de 50 en de 80.
In elke groep zitten altijd wel een paar sterke rekenaars die houden van rekenraadsels oplossen.
Bij deze opdracht heb ik een paar losse kaartjes neergelegd op tafel. De kinderen moesten de kleine en grote buur van deze getallen opzoeken in de stapel cijfers. Deze opdracht is niet alleen goed voor het rekenen met, en het herkennen van getallen, maar ook voor de taakaanpak, samenwerking en concentratie.
In onderstaande foto zie je dat de kinderen een reeks hebben neergelegd van 58, 59, 50, 51. Toen ik ze vroeg welke getallen er lagen, kwamen ze erachter dat ze deze per ongeluk verkeerd hadden neergelegd. Ze hebben daarna de hele stapel kaartjes overhoop gegooid om op zoek te gaan naar het juiste kaartje.
Deze opdracht biedt op een hele laagdrempelige manier een uitdaging voor de sterke rekenaars. Ze moeten echt hun hersenen laten kraken en samenwerken om de opdracht uit te kunnen voeren. Ook hierin kun je natuurlijk eindeloos variëren. Laat ze bijvoorbeeld een reeks getallen neerleggen met sprongen van 2, of van 5. Je kunt de kinderen zelfs een opdracht voor elkaar laten bedenken.
Zoals je ziet is de getallenlijn tot 100 op allerlei manieren te gebruiken, waarvan ik er nu nog maar drie heb laten zien. De getallenkaartjes zijn van een stevig en dik materiaal, waardoor ze niet snel stuk zullen gaan en dus duurzaam zijn in gebruik. Je hebt weinig tot geen voorbereidingstijd nodig om deze kaartjes in te kunnen zetten in je groep.
Succes en plezier niet alleen gegarandeerd voor de rekenwonders, maar ook voor de wat mindere rekenaars. Laat ze bijvoorbeeld tijdens een verlengde instructie de getallenlijn neerleggen, of laat ze buurgetallen zoeken met getallen tot en met 10 of 20. Het spelenderwijs leren zal er ook voor zorgen dat de kinderen meer plezier krijgen in het rekenen.
