Gepubliceerd op 19 juni 2018
Leestijd 5 min.

In de wirwar van publicaties en goedbedoelde adviezen is het soms moeilijk om zicht te houden op de aspecten die er écht toe doen in het leesonderwijs. In dit stuk zijn enkele belangrijke wetenschappelijke bevindingen op een rij gezet.

  • Het is onlogisch om technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat en leespromotie apart van elkaar te onderwijzen.
  • Leesplezier is de essentie van goed leesonderwijs.
  • Besteed veel minder tijd aan het oefenen van wisselrijtjes maar laat kinderen leeskilometers maken.

Wist je dat het onlogisch is om technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat en leespromotie apart van elkaar te onderwijzen?
In de huidige onderwijspraktijk wordt lezen vaak opgedeeld in drie aparte delen: technisch lezen, begrijpend lezen en leespromotie. Dat is eigenlijk vreemd, want die drie aspecten hangen nauw samen (2). Ook woordenschat komt vaak afzonderlijk aan bod. In goed leesonderwijs worden technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat en leesplezier zo veel mogelijk met elkaar gecombineerd. De inhoud en context moeten daarbij centraal staan. Wat heeft een kind er immers aan als het de tekst uit het geschiedenisboek wel kan verklanken, maar niet begrijpt wat er staat? Het echte doel van lezen – snappen wat er in een tekst staat – mag dus niet vergeten worden.

Praktijktip: bedenk stellingen
Goed leesonderwijs is dus geïntegreerd. Om daartoe te komen is van belang dat kinderen oefenen met verklanken op een natuurlijke manier, met boeiende teksten die een betekenisvolle context bieden. Na het lezen kun je ze naar aanleiding van een tekst bijvoorbeeld eens stellingen laten bedenken. Andere kinderen moeten dan beredeneren welke stellingen kloppen en welke niet. Door kinderen uit te dagen bepaalde woorden te gebruiken in de stellingen integreer je ook woordenschat. Bespreek wel de kwaliteit van de stellingen en geef zelf ook voorbeelden. In geïntegreerd leesonderwijs wordt kinderen duidelijk dat technisch lezen een middel is en niet een doel op zich (3).

Wist je dat Nederlandse kinderen minder graag lezen dan kinderen in andere landen?
PISA-onderzoek laat zien dat Nederlandse kinderen onder het internationale gemiddelde scoren op leesmotivatie (4). Veel scholen besteden helaas ook maar weinig aandacht aan leesplezier (5). Jammer, want onderzoek laat keer op keer zien dat leesmotivatie een belangrijke voorspeller is van leesvaardigheid (6). Om zeker te weten dat leesplezier genoeg aan bod komt, kan een methode waarin stelselmatig aandacht wordt besteed aan leespromotie, uitkomst bieden.

Daarnaast kan je de leesmotivatie van kinderen vergroten door leesteksten en leesboeken aan te bieden die zijn afgestemd op hun belevingswereld. Verder kan bij leespromotie goed worden ingespeeld op de drie basisvoorwaarden voor intrinsieke motivatie: relatie, competentie en autonomie (7). Kinderen zullen zich autonomer voelen als ze zelf mogen kiezen welke teksten ze lezen.

(1) Vernooy, 2009
(2) Morgan & Fuchs, 2007
(3) Berends, 2002
(4) OECD, 2010
(5) Inspectie van het Onderwijs, 2014
(6) Van Steensel, Van der Sande, Bramer & Arends, 2016
(7) Ryan & Deci, 2000

Hun competentiegevoel kun je vergroten door teksten te selecteren die aansluiten bij hun leesniveau. Dat zijn teksten die niet te moeilijk zijn, maar wel uitdagend genoeg om de leesvaardigheid verder te ontwikkelen. Om ervoor te zorgen dat kinderen zich sociaal verbonden voelen, is het goed om veel sociale-interactiemomenten rondom boeken in te plannen. Zo kunnen ze hun ervaringen en enthousiasme delen. Tot slot kun je bijdragen aan de leesvaardigheid en motivatie door het lezen op verschillende manieren te benaderen. Voorlezen, stillezen en tutorlezen zijn voorbeelden van effectieve werkvormen.

Praktijktip: sluit iedere dag af met een voorleeskwartiertje in groep 4 t/m 8
Tijdens het voorlezen maken kinderen kennis met verschillende genres en auteurs. Zo kunnen ze boeken ontdekken waarbij ze zelf niet zo snel terecht zouden zijn gekomen (8). Dat stimuleert: uit onderzoek blijkt dat kinderen later in hun leven zelf meer boeken lezen wanneer je ze veel voorleest (9).

Daarnaast doe je tijdens het voorlezen voor hoe je leest. Dat komt de technische leesvaardigheid van kinderen ten goede. Tot slot oefenen ze tijdens het voorlezen vaardigheden die ze nodig hebben bij begrijpend lezen. Met je mimiek, intonatie en uitleg kun je het begrip namelijk extra ondersteunen. Voorlezen is dus een werkvorm waarin alle aspecten van geïntegreerd leesonderwijs aan bod komen.

Wist je dat wisselrijtjes niet het beoogde effect hebben bij het leren lezen?
In de fase van het voortgezet technisch lezen – vanaf groep 4 – wordt leessnelheid steeds belangrijker. Ter voorbereiding op de Drieminutentoets (DMT) wordt er vaak driftig met woordrijtjes geoefend. De manier waarop dat gebeurt is helaas in veel gevallen niet effectief. Uit meerdere onderzoeken blijkt namelijk dat kinderen door het oefenen van woordrijtjes niet sneller gaan lezen op de DMT, omdat daar nooit precies die woorden worden gebruikt waarmee geoefend is (10). En de geoefende woorden zélf worden weliswaar sneller gelezen, maar dat effect gaat verloren wanneer de kinderen die woorden tegenkomen in een tekst (11). Op dat moment spelen betekenissen en associaties een belangrijke rol, waardoor het leesproces op een heel andere manier verloopt dan bij het lezen van een woordrijtje.

Praktijktip: aan de slag met teksten!
Aangezien kinderen in het dagelijks leven vaker teksten lezen dan woordrijtjes is het veel zinvoller om direct met teksten aan de slag te gaan.

(8) Leysen, 2001
(9) Scolastic, 2015
(10) Steenberg-Planting, van Bon & Schreuder, 2013
(11) Martin-Chang, Levy & O’neil, 2007

Bron: Uitgeverij Delubas

Geschreven door Leonie Steggink: Onderwijskundige bij Uitgeverij Delubas en lid van het ontwikkelteam van de gloednieuwe methode voor voortgezet lezen van Delubas: Atlantis.