Een grote woordenschat is belangrijk voor het begrijpen van de lesstof en om te kunnen functioneren in de maatschappij, dat weten we allemaal. Naast aandacht voor het uitbreiden van de woordenschat van je leerlingen, help je ze door de ‘woordleerattitude’ te stimuleren. In hun latere leven moeten kinderen nog duizenden nieuwe woorden zelfstandig leren. Het is daarom handig als ze zelfstandig de betekenis van onbekende woorden kunnen achterhalen. In dit artikel zoomen we in op drie bewezen woordleerstrategieën uit de taal- en spellingmethode Pit.
Je kunt de (globale) betekenis van een woord vaak opmaken uit de context en/of uit het woord zelf, omdat een deel van het woord bekend is. In groep 4 en 5 stimuleer en stuur je dit door leerlingen vragen te stellen, vanaf groep 6 benoem je de woordleerstrategieën expliciet en leer je leerlingen deze aan. Aan het eind van groep 8 kennen leerlingen alle stappen.
Stappenplan woordleerstrategieën
Leerlingen moeten de woorden die ze leren uiteraard ook onthouden. Daarom is het belangrijk om ze regelmatig in een andere context terug te laten komen, binnen en buiten de methode. Hierdoor beklijven de woordbetekenissen beter en vindt verdieping van het begrip plaats. Daarnaast zijn er strategieën die kinderen kunnen gebruiken om woorden te onthouden, de zogenoemde woord-onthoudstrategieën.
Een overzicht:
Strategie | Voorbeeld |
---|---|
Woorden koppelen aan eigen ervaringen | Heb jij wel eens meegemaakt dat …? |
Woorden koppelend aan eigen woordkennis | Wat had er kunnen staan in plaats van …? |
Een tekening maken bij het woord of de woorden | Schrijf het woord in je woordenschrift. Maak er een tekening bij. |
Een woord maken bij woorden | Waar denk je aan bij …? Maak een woordspin. |
Een persoonlijke woordenlijst maken | Schrijf … op met de definitie. Schrijf er een voorbeeldzin bij. |
Als leerlingen woordleerstrategieën toepassen en zo de betekenis van een woord zelfstandig achterhalen, is het belangrijk dat ze controleren of de betekenis klopt; in een woordenboek of op internet. Om dit goed te kunnen doen, leer je ze opzoekstrategieën aan:
Voor een goede woordenschatontwikkeling is het belangrijk dat leerlingen ook in het dagelijks leven zelfstandig nieuwe woorden kunnen leren. Vooral bij abstracte woorden gaat dat niet vanzelf. Deze transfer bereik je door impliciet woordenschatonderwijs te geven, óók in andere lessen, bijvoorbeeld als leerlingen een zaakvaktekst aan het bestuderen zijn. Het gaat dan om de volgende aspecten:
Deze blog is geschreven door de auteurs van Pit, de nieuwe taal- en spellingmethode voor groep 4 t/m 8 van ThiemeMeulenhoff.