In de eerste boekjes voor de allerkleinsten kom je ze al tegen: rijmpjes! Rijmen is namelijk een belangrijke taalvaardigheid om te ontwikkelen voor jonge kinderen. Via rijm leren ze over klanken, letters en woorden – belangrijke pijlers om later te leren lezen! Hoe werkt rijmen? Hoe laat je kinderen zelf rijmpjes maken en hoe zorg je dat rijmen leuk is voor verschillende leeftijden? Na het lezen van deze blog weet je er alles van!
Rijmen is het produceren van woorden met klankovereenkomsten en een belangrijk onderdeel van het fonologisch en fonemisch bewustzijn. Door te rijmen leert het kind klanken herkennen en woorden begrijpen. Daarnaast is het goed voor het zelfvertrouwen wanneer kinderen ontdekken dat ze de juiste rijmwoorden in een versje kunnen plaatsen. Ze krijgen ‘grip’ op taal.
Kinderen doorlopen verschillende fasen in het rijmproces. Ze gaan van passief naar actief rijmen; dus van het herkennen van rijmwoorden (passief) naar zelf rijmen (actief).
Zodra kinderen de beginselen van rijmen onder de knie hebben, kunnen ze beginnen met het maken van eigen rijmpjes. Om dit te oefenen kun je de volgende stappen aanhouden:
Als voorbeeld bedenk je een eenvoudig, kort rijmpje, bijvoorbeeld “De hond loopt in het rond”. Vraag daarna of de kinderen zelf iets soortgelijks kunnen bedenken.
Zeg een woord, zoals “muis”, en vraag welk woord daar op rijmt. Het kind antwoordt bijvoorbeeld met “huis”. Bouw samen verder met het antwoord: “De muis woont in het huis”.
Laat kinderen rijmpjes maken over onderwerpen die ze leuk vinden, zoals vervoersmiddelen: “De boot is groot”.
Zeg een verkeerd rijmpje en laat het verbeteren: “De kat loopt op het… balkon?” Dit is een extra goede oefening, omdat de kinderen een rijmwoord moeten bedenken dat ook in de context van het rijmpje past.
Noem een zinnetje waarmee je een verhaaltje start. Laat elk kind om de beurt een rijmende zin toevoegen en maak zo een rijmend verhaaltje met elkaar.
Juich elk rijmwoord toe, zelfs als het niet helemaal klopt. Zo blijft het leren rijmen leuk en moedig je kinderen aan om lekker vrij te blijven experimenteren. Op jongere leeftijd zullen kinderen sowieso vaak ‘onzinwoorden’ gebruiken als rijmwoord!
Rijmen is leuk voor alle leeftijden! Met deze ideeën kunnen kinderen van hun peuter- tot kleuterleeftijd én daarna op een vermakelijke manier rijmen!
Zing vaak simpele rijmliedjes zoals ‘In de maneschijn’.
Gebruik klankherhaling: bal – mal – hal.
Laat de peuters eenvoudige rijmwoorden aanvullen: “Een koe roept…(boe)!”
Speel rijmspelletjes: “Wat rijmt er op zon?”
Lees boeken met rijmverhalen voor en laat kinderen het laatste woord raden.
Introduceer rijmpuzzels: “De haan kijkt naar de… (maan)”.
Speel rijmspelletjes in groepjes, zoals een rijmketting maken: kat – mat – vat.
Laat de kleuters zelf eenvoudige rijmversjes verzinnen.
Gebruik rijmen in dagelijkse situaties: “Straks pakken we onze jas. Wat rijmt er op jas?”
Doe een rijmwedstrijdje – Wie bedenkt de meeste rijmwoorden binnen een minuut?
Gebruik muziek en rap – Laat rijmen op de beat van een lied of rap en eigen teksten verzinnen.
Werk met grappige zinnen – Stimuleer kinderen om gekke rijmzinnetjes te maken: “De baas draagt een vaas en zet de kip achter het gaas”.
Jonge kinderen zijn dol op herhaling. Hoe vaker hoe beter! Want: herhaling bepaalt het succes. Hoe geweldig is het om te ontdekken dat je de rijmwoorden, of zelfs het hele versje, na een paar keer herhalen uit je hoofd kunt opzeggen! Dit geeft vertrouwen. Herhaling maakt ook dat kinderen hun kennis associëren met het echte leven, en het gaan toepassen. Herhalen, herhalen, herhalen dus!
Enthousiast geworden om te gaan rijmen?