Gepubliceerd op 6 februari 2025
Leestijd 5 min.

Voor veel leerlingen in de bovenbouw is werkwoordspelling een flinke uitdaging. Hoewel eenvoudige vormen zoals hij fietst of hij heeft gefietst meestal goed gaan, ontstaan er vaak problemen bij meer complexe werkwoorden zoals hij antwoordt of hij heeft verteld. Om deze valkuilen te vermijden, is een stevige grammaticale basis cruciaal. Met de taalmethode Taaljacht geef je leerlingen precies die basis die ze nodig hebben om werkwoordspelling succesvol te beheersen.

Hoe Taaljacht werkwoordspelling aanpakt

De aanpak van Taaljacht voor werkwoordspelling rust op drie pijlers:

  1. Grammatica als basis voor spelling
  2. Geleidelijke opbouw met herhaling
  3. Handige stappenplannen en hulpkaarten

Hieronder lees je hoe deze elementen bijdragen aan een stevig fundament voor werkwoordspelling.

1. Een stevige basis vanuit grammatica

Bij Taaljacht zijn grammatica en spelling volledig geïntegreerd. De leerlijnen van beide vakgebieden zijn met elkaar verbonden, waardoor leerlingen wat ze leren bij grammatica direct kunnen toepassen bij spelling. Soms gebeurt dit zelfs binnen één week: wat ze op maandag leren bij grammatica, gebruiken ze op dinsdag bij spelling.

In de lagere groepen (4 en 5) ligt de focus op het opbouwen van een stevig denkkader. Dit vormt een voorbereiding op complexere onderwerpen, zoals werkwoordspelling, en helpt leerlingen inzicht te krijgen in hoe taal werkt.

2. Gedegen opbouw met continue herhaling

Werkwoordspelling leer je niet in één keer. Daarom hanteert Taaljacht een geleidelijke en gestructureerde aanpak. In groep 6 beginnen leerlingen met de tegenwoordige tijd, eerst met eenvoudige werkwoorden. Naarmate ze deze goed beheersen, worden complexere werkwoorden toegevoegd.

In groep 7 komt de verleden tijd erbij, waarna beide tijden door elkaar worden geoefend. Aan het einde van groep 7 staat de voltooide tijd op het programma. Door de eerder behandelde werkwoordsvormen steeds opnieuw te herhalen in oefeningen en minidictees, blijven de geleerde regels hangen. Dit voorkomt dat leerlingen gaan gokken met d’s en t’s.

3. Praktische hulpmiddelen: stappenplannen en hulpkaarten

Taaljacht maakt werkwoordspelling overzichtelijk en toegankelijk met handige stappenplannen en hulpkaarten. Deze hulpmiddelen bevatten duidelijke instructies die in elke jaargroep op dezelfde manier worden gebruikt. Zo hebben leerlingen altijd houvast, en blijft de uitleg consistent.

Meer weten? Vraag een zichtzending of gesprek met een adviseur aan!

Ben je nieuwsgierig geworden naar hoe Taaljacht werkwoordspelling nog meer ondersteunt? Vraag de gratis zichtzending aan of laat een van onze adviseurs bij je langskomen.

Vraag een zichtzending aan