Voor veel kinderen is de tijd rond Sinterklaas en Kerst een periode vol verwachting en gezelligheid. Ze zingen liedjes, knutselen decoraties en hopen dat er iets van hun verlanglijstje in de schoen of onder de boom verschijnt. Maar tussen al die gezellige drukte zitten ook kinderen voor wie deze periode juist lastig is. Omdat ze de feesten van huis uit niet vieren. Of omdat er thuis geen financiële of emotionele ruimte is om cadeaus te geven. Hoe ga je daar als pedagogisch medewerker of leerkracht zorgvuldig mee om?
In Nederland groeit ongeveer één op de 28 kinderen op in armoede.* Dat is gemiddeld één kind per klas. Voor deze gezinnen is een cadeau, een chocoladeletter of een feestmaal niet vanzelfsprekend. Ouders proberen soms pijnlijke situaties te voorkomen door hun kind thuis te houden als er gevierd wordt. Schaamte en stil verdriet spelen vaak een grote rol.
In sommige gezinnen worden feesten als Sinterklaas en Kerst niet gevierd vanwege geloofsovertuiging. Kinderen merken dat anderen enthousiast toeleven naar deze dagen, terwijl zij er buiten staan. Tegelijk doen ze vaak wél mee aan de activiteiten op school, wat verwarrend kan zijn: meedoen, maar niet echt meedoen.
Ook echtscheiding, ziekte, rouw of onrust thuis kunnen ervoor zorgen dat feesten ingewikkeld zijn. Sommige kinderen hebben geen contact met één van de ouders, of kunnen door omstandigheden zoals ziekte, een overleden dierbare of andere onrust thuis geen feest vieren.
De feestdrukte, het onbekende of de spanning rond cadeautjes krijgen kan voor sommige kinderen te veel zijn. Ze trekken zich terug of reageren drukker dan normaal. Ook dit is een vorm van ‘niet meedoen’.
Leg op een eenvoudige manier uit dat niet alle kinderen alle feesten vieren of cadeaus krijgen, en dat dat oké is. Noem gerust andere feesten (bijvoorbeeld Suikerfeest, Divali of Chinees Nieuwjaar) om te laten zien dat er meer manieren en momenten zijn om te vieren. Zo ontstaat begrip en vanzelfsprekende inclusiviteit.
Sommige kinderen praten over wat hen dwars zit, anderen niet. Let op signalen van terugtrekgedrag, spanning of verdriet, zeker bij kinderen die thuis te maken hebben met echtscheiding, ziekte, rouw of andere onrust.
Probeer voorspelbaarheid en rust te bieden. Vertel tijdig wat er gaat gebeuren en geef kinderen de keuze of ze willen meedoen, helpen of liever even iets anders doen. Het kan ook helpen om ergens in de groep of daarbuiten een rustig plekje te creëren waar ze zich even kunnen terugtrekken.
Knutsel- of bakactiviteiten kunnen vaak makkelijk worden aangepast. Laat kinderen bijvoorbeeld kiezen of ze een ‘winterlichtje’ of ‘kerstlichtje’ maken. Zo blijven ze meedoen aan het groepsproces zonder hun achtergrond uit het oog te verliezen.
Het ene kind krijgt één cadeautje, het andere tien. Spreek daarom af dat iedereen na de feestdagen één favoriet speeltje meeneemt, nieuw of oud, gekocht of gekregen. Kies bij voorkeur iets waarmee samen gespeeld kan worden. Op de andere dagen worden geen cadeautjes meegenomen. Informeer ouders hier vooraf over, zodat geen enkel kind zich buitengesloten of verdrietig voelt.
Rond de decembermaand zijn er in veel gemeenten organisaties die mooie acties organiseren, zoals speelgoedbanken. En via Actie Pepernoot van het Nationaal Fonds Kinderhulp krijgen duizenden kinderen per jaar tóch een cadeautje van de Sint. Maak dit soort mogelijkheden discreet bekend aan ouders, bijvoorbeeld via een algemene nieuwsbrief of een briefje bij de deur.
Heb je een groepsbudget? Overweeg dan om namens de Sint of Kerstman een groepsspel cadeau te geven. Denk aan gezelschapsspellen zoals Halli Galli Junior of een sjoelbak, constructiemateriaal als LEGO of een grote knikkerbaan, of buitenspeelgoed zoals een voetbal of een set knotshockey. Ook creatieve materialen zoals een groot schildersdoek of vloerpuzzels zijn waardevol: het gaat om samen plezier beleven.
De feestmaanden zijn bij uitstek een tijd van samen delen en leven, rekening houden met elkaar en oog hebben voor verschillen. Als professional kun je kinderen helpen ervaren dat er niet maar één manier is om te vieren, en dat er altijd ruimte is om erbij te horen. Zo wordt ieder feest een beetje van iedereen.
Bron: de Kinderombudsman.nl, september 2025, ‘Kinderen in armoede zien hun toekomst somber in’.